donderdag, december 11, 2008

Erfelijk.

Toen ik tien jaar oud werd vonden mijn ouders het tijd worden om me te vertellen dat Sinterklaas niet bestond. Dat de Goedheiligman eigenlijk mijn vader was, die de bak met hout voor de open haard ging halen, of de buurman van verderop uit de straat. Dat Zwarte Pieten een verzinsel waren en dat de cadeautjes gewoon door mijn moeder waren gekocht bij de plaatselijke speelgoedwinkel.

Ik was boos.
Ontzettend teleurgesteld ook.
Ik wilde geloven, geloven dat er iets goeds was in mijn wereld, die zo weinig goede dingen kende. Ik wilde dat er iemand was die me iets gaf zonder er iets voor terug te verwachten, iemand die onvoorwaardelijk om kinderen gaf. Toen ik erachter kwam dat het allemaal een grote leugen was zag ik pas hoe blind ik was geweest. En dat het handschrift van de rijmpiet inderdaad met reden op dat van mijn vader leek.

Maar, mijn broertje was pas zeven. En wist nog van niets (of liever: van alles). Dus dienden wij nog op de 'ouderwetse' manier Sinterklaas te vieren. Met een grote jute zak, pepernoten en chocolademelk, de open haard en een harde bons op de deur.
(Wat is dat trouwens, het is 1989, hij geeft ons wel radiografisch bestuurbare autootjes kado maar weet niet hoe een deurbel werkt?)
Het viel me ineens op hoe raar mijn moeder lachte als ze weer een cadeau met haar naam opende en overduidelijk onverbaasd was met de inhoud. Hoe vreemd haar 'dankuwel Sinterklaas' klonk als ze zei: "Een kaasschaaf, dat was net wat ik nodig had!"
Nu was mijn moeder in het geheel nogal een raar mens, maar dit moest ik toch even navragen.

"Koop jij alle cadeau's zelf dan? Daar is toch geen lol aan?", vroeg ik later -buiten gehoorsafstand van nieuwsgierige broertjes- in de keuken.
"Je vader is niet zo van het kadootjes kopen", meldde mijn moeder.

Dat ga ik geheel anders doen, dacht ik toen. Als je tien bent zit je nog vol met van die 'als ik later groot ben' gedachten. Tegen de tijd dat je boven de twintig geraakt kom je erachter dat groot zijn vooral inhoudt dat je voortzet wat je in je kindertijd geleerd hebt en bovendien veel meer dingen 'moet' dan je als kind ooit gedacht had, maar dat daargelaten.
Zojuist heb ik met Moreno op bed de kerstcadeautjes ingepakt. Of liever, hij heeft naar het plafond gelachen en naar de muur gebrabbeld en ik heb geknutseld met schaar en plakband. En ik bedacht me ineens waaruit de kado's zoal bestaan.
De scheurkalender van het volgende jaar. De maandagenda voor aan de muur. Moreno's rompertjes, in de volgende maat. Nuttige dingen. Dingen die we toch al nodig hadden. En dat ik, zonder uitzondering, van elk pakje weet wat erin zit. Niet omdat Nanne het niet zou willen, maar omdat het zo beter uitkomt. Omdat dat nu eenmaal is wat moeders doen. En dat daar nog best wat lol aan te behalen valt.

...

Stiekem toch maar even aan Nanne hinten dat hij Lyka met wat euro's de Xenos in stuurt. Eén pakje met onbekende inhoud moet toch kunnen...

Geen opmerkingen: